LoadMeUp! FTP / Lactaat drempel testen

Lactaat is een eindproduct uit het glucosemetabolisme. Onder zuurstofarme omstandigheden (anaerobe glycolyse) wordt lactaat geproduceerd. Lactaat is niet alleen slecht. Iedereen maakt lactaat aan en ook al op lagere inspanning, lactaat zal in zuurstof rijke omstandigheden worden geoxideerd/afgebroken voordat jij het voelt als verzuring. Hoeveel lactaat je aanmaakt en hoe snel dit afgebroken kan worden is afhankelijk van het type sporter. Door het meten van de lactaatwaarde bij verschillende inspanning krijg je een veel persoonlijker en gecomplementeerd beeld van jouw fysiologie ten opzichte van het doen van een FTP test of andere veldtest. Een lactaat test geeft een uniek inkijkje in jouw machinekamer.

Met een lactaat drempel test gebruiken we de lactaatwaarde in het bloed om te bepalen hoe “anaeroob” de inspanning op dat moment is. Hierbij kennen we twee drempels, LT1 en LT2. LT1 is het punt waarop je lactaatwaarde stijgt vanaf de basiswaarde, maar nog in een steady state is. Daarmee bepaal je de bovengrens van de duurzone. LT2 is het punt waarop je niet meer in een steady state bent, je produceert meer lactaat dan je kan oxideren en de waarde blijft stijgen. Dit wordt ook wel maximal lactate steady state (MLSS) genoemd, dit is een preciezere meting van je functional threshold power (FTP).

Waarom een FTP test doen?
Het bepalen van je FTP is voor iedereen die met vermogen traint nodig. Dit kan je zelf doen, thuis of buiten, maar ik kan je hier ook bij helpen. Bij training op vermogen wordt Functional threshold power gebruikt voor het bepalen van trainingszones. De intensiteiten van trainingen wordt afgeleid vanaf je FTP, hiervoor is het belangrijk deze waarde goed te bepalen.

Waarom een lactaat drempel test doen?
Met een lactaat drempel test kan je de LT1 hartslag en/of vermogen bepalen. Je LT1 hartslag/wattage is de waarde waaronder je duurritten idealiter uitvoert, zonder extra lactaatproductie dus aeroob. Deze waarde is enkel met een ademgasanalyse of lactaatmeting te bepalen. In veel gevallen wordt er gewerkt met een wattage of hartslag afgeleid van FTP, zoals in onderstaand plaatje te zien 75% van FTP wattage. Dit is een grove benadering en verschilt erg per persoon. Om je duurzone persoonlijker te bepalen kan de lactaatmeting worden gebruikt, deze kan tussen de 65-80% van je FTP liggen.

Wat kan je nog meer meten met lactaat testen?
Naast LT1 hartslag en wattage kan ook LT2 hartslag en wattage en je VLAmax (Mmol/L/S) bepaald worden.

LT2 is het punt waarop je niet meer in een steady state bent, je produceert meer lactaat dan je kan oxideren en de waarde blijft stijgen. Wij spreken vaak over FTP, een FTP-test is een praktische veldtest om MLSS te bepalen. Met lactaat meting kan je MLSS bepalen, het vermogen dat hierbij hoort is dan ook je FTP (W_LT2).

VLAmax geeft een indicatie van je maximale glycolytische snelheid of anaerobe vermogen. Een stijging van deze lactaatwaarde kan wijzen op een stijging van je anaërobe vermogen. Dit gaat meestal gepaard met een afname van je neiging om vetten als brandstof te gebruiken. Na de VLAmax test kan ook je lactaat afbraak snelheid bepaald worden, de snelheid hiervan geeft aan hoe je aerobe capaciteit is.

De belangrijkste waarde van testen is wanneer u alle resultaten van de verschillende testen combineert, zodat u de specifieke fysiologische veranderingen kunt aanwijzen.

FTP-test protocol: Anaerobe Drempel (€50,-)
        *Informeer naar protocollen voor het bepalen van je FTP.

Je functional threshold power (FTP) is een veldtest gebaseerd op je maximal lactate steady state (MLSS). Er worden geen lactaatmonsters genomen, de test is een praktische veldtest. Een stijging van FTP kan wijzen op een verbetering van het vermogen om vetten te gebruiken voor energie, aërobe capaciteit (d.w.z. VO2max) en/of vermogen om lactaat te verplaatsen.

Duur test: 60minuten + 1uur voorbereiding en evalueren
Inhoud test: 5+20minuten maximaal
Gebruik de FTP test voor het benaderen van je functional threshold power (FTP).

Protocol 1a: LT1/Aerobe Drempel (€75,-)

Je LT1 geeft een indicatie van je aerobe efficiëntie. Een stijging van je wattage op LT1 kan wijzen op een verbetering van je vermogen om vetten te gebruiken voor energie, je aërobe capaciteit (d.w.z. VO2max) en/of je vermogen om lactaat te verplaatsen.

Duur test: 45minuten + 1uur voorbereiding en evalueren
Inhoud test: Ramp 8minuten tot boven rustige duurzone.
Gebruik je hartslag op wattage op LT1 om een indicatie te geven van de top van de duurzone.

Protocol 1b: LT1/Aerobe drempel + LT2/Anaërobe drempel (€90,-)

Na het bepalen van LT1 werken we door tot we LT2 hebben gevonden. Met deze test kunnen we MLSS/FTP benaderen, niet precies bepalen. Er zit ca 30W ruimte in de bepaling, voor een nauwkeurige bepaling zou protocol 2 nog een keer uitgevoerd moeten worden.

Duur test: 60minuten + 1uur voorbereiding en evalueren
Inhoud test: Ramp 6minuten tot boven anaerobe drempel.
Gebruik je hartslag op wattage op LT1 om een indicatie te geven van de top van de duurzone.
Gebruik je hartslag op wattage op LT2 als functional threshold power (FTP).

Protocol 2: Maximal Lactate Steady State (MLSS) (€75,-)

LT2 of Maximal Lactate Steady State (MLSS) is het punt waarop de lactaatproductie gelijk is aan de maximale lactaat afbraak. Een stijging van LT2 kan wijzen op een verbetering van het vermogen om vetten te gebruiken voor energie, aërobe capaciteit (d.w.z. VO2max) en/of vermogen om lactaat te verplaatsen.

Duur: ~40-60min + 1uur voorbereiding en evalueren
Inhoud: 2 tot 4 keer 10minuten rond FTP
Gebruik de LT2-waarde als functional threshold power (FTP/MLSS)

Protocol 3: Anaërobe capaciteit/VLaMax (+€50,-)

De hoogste lactaatwaarde na de anaërobe test geeft een indicatie van de maximale glycolytische snelheid of VLaMax. Een stijging van deze lactaatwaarde kan duiden op een stijging van uw anaerobe vermogen of VLaMax. Dit gaat meestal gepaard met een afname van je neiging om vetten als brandstof te gebruiken.

Duur: +30-40min
Inhoud: 20seconden maximaal en veel rust
Deze test wordt gebruikt om de anaërobe capaciteit, of VLaMax, te bepalen. Het is aan te raden dit protocol op te nemen naast een van de aerobe tests hierboven, omdat alleen de combinatie van de aerobe en anaerobe tests een volledig inzicht geeft in het conditieprofiel.